Von dem Buch Het Technolease drama, eens maar nooit weer? haben wir 2 gleiche oder sehr ähnliche Ausgaben identifiziert!

Falls Sie nur an einem bestimmten Exempar interessiert sind, können Sie aus der folgenden Liste jenes wählen, an dem Sie interessiert sind:

Het Technolease drama, eens maar nooit weer?100%: Wolters Kluwer Nederland B.V.: Het Technolease drama, eens maar nooit weer? (ISBN: 9789013140163) 2016, Wolters Kluwer Nederland B.V., in Holländisch, auch als eBook.
Nur diese Ausgabe anzeigen…
Het Technolease drama. eens maar nooit weer?, Hardcover85%: Wolters Kluwer Nederland B.V.: Het Technolease drama. eens maar nooit weer?, Hardcover (ISBN: 9789013140156) Wolters Kluwer Nederland, in Holländisch, Broschiert.
Nur diese Ausgabe anzeigen…

Het Technolease drama, eens maar nooit weer? - 7 Angebote vergleichen

Bester Preis: 45,60 (vom 16.02.2017)
1
9789013140156 - Wolters Kluwer Nederland B.V.: Het Technolease drama - Boek (9013140157)
Wolters Kluwer Nederland B.V.

Het Technolease drama - Boek (9013140157)

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW

ISBN: 9789013140156 bzw. 9013140157, in Holländisch, neu.

Lieferung aus: Niederlande, Vandaag voor 23:00 besteld, morgen in huis, Bestelbaar.
Het Boek Het Technolease drama (9013140157) geschreven door Wolters Kluwer Nederland B.V. bestel je op bruna.nl! Publicatie: Het Technolease Drama (Ondertitel: # Eens maar nooit weer?#) Uit de serie (indien van toepassing): Huidige basistekst In Nederland zijn er tot nu toe geen fiscale zaken geweest die zoveel aandacht hebben getrokken als de Technoleasedeal tussen Philips en de Rabobank in de jaren 1992 en 1993 en de daaropvolgende vergelijkbare zaak tussen Fokker en de Rabobank in 1994. Twee in financiële nood verkerende bedrijven, Philips en Fokker, verkochten hun in eigen bedrijf opgebouwde knowhow aan de Rabobank, waarna zij deze knowhow van de bank huurden: een sale-lease-back- transactie. De Rabobank activeerde op haar fiscale balans deze knowhow en schreef er op af. Het daaruit voortvloeiende aanzienlijke fiscale voordeel werd deels gebruikt om de liquiditeitspositie en solvabiliteit van Philips en Fokker te versterken. Ofschoon een deel van de overheid, met name het Ministerie van Economische Zaken, positief stond tegenover deze zaken, was de Belastingdienst sceptisch. Hoe kon immers worden gerechtvaardigd dat de Rabobank de knowhow zou kunnen activeren en erop afschrijven, terwijl het duidelijk was dat Philips en Fokker er alles aan zouden doen om zoveel mogelijk economisch belang bij deze knowhow te behouden? Was dit geen schijnhandeling of fraus legis, met als enige bedoeling om gebruik te maken van de uitstekende fiscale positie van de Rabobank om op die manier Philips en Fokker uit de brand te helpen? Zou het bieden van zekerheid vooraf voor deze Technoleasezaken niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel omdat andere belastingplichtigen in dergelijke gevallen waarschijnlijk geen zekerheid vooraf kregen? Ook dreigde het gevaar dat de Europese Commissie zou stellen dat sprake was van verboden staatssteun. Aan de andere kant was het ook duidelijk dat deze verzoeken niet zonder meer konden worden afgewezen. Daarvoor was de economische betekenis van deze twee bedrijven voor Nederland veel te groot. Er werd vanuit het kabinet en de Tweede Kamer dan ook grote druk uitgeoefend op Marius van Amelsvoort, de toenmalige staatssecretaris van Financiën, om toch akkoord te gaan. De afloop is bekend: uiteindelijk heeft Van Amelsvoort beide zaken geaccepteerd. Maar daarna is Technolease, voor zover bekend, nooit meer aan de Belastingdienst voorgelegd. Een door de Europese Commissie gestarte staatssteunprocedure leidde in 1999 tot de uitspraak dat er in de Philipszaak van verboden staatssteun geen sprake was geweest. Fokker is, ondanks de Technoleasegoedkeuring, in 1996 failliet gegaan. Bijna vijfentwintig jaar na dato bestaat nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van deze twee zaken. Daartoe is het in de eerste plaats nodig om zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de feiten zoals deze zich in die tijd hebben voorgedaan. Dat is het onderwerp van deel 1 van dit boek. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten. In deel 2 worden deze twee zaken vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de geschetste feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving en jurisprudentie op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten destijds aan hem zouden zijn voorgelegd? Is er sprake geweest van een onaanvaardbare inmenging van de kabinetten- Lubbers III en -Kok I en het parlement in de bevoegdheden van de Belastingdienst? Is het parlement steeds correct en volledig door de regering geïnformeerd? Wat hebben deze zaken de Nederlandse schatkist uiteindelijk gekost? En hoe moet in het licht van het voorgaande worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale staatssteun geen sprake is geweest? Een hiermee samenhangende vraag is of Technolease ook in de huidige tijd nog mogelijk zou zijn. Noem de belangrijkste reden waarom de klant de publicatie moet hebben. Het boek geeft niet alleen inzicht in de wijze waarop de Technoleasetransacties tussen Philips en Fokker, adult, unisex, 249 x 165 x 17 mm.
2
9789013140156 - Het Technolease drama

Het Technolease drama

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW

ISBN: 9789013140156 bzw. 9013140157, in Holländisch, Wolters Kluwer Nederland, neu.

Lieferung aus: Niederlande, Op werkdagen voor 23:00 uur besteld, volgende dag in huis.
Publicatie: Het Technolease Drama (Ondertitel: # Eens maar nooit weer?#) Uit de serie (indien van toepassing): Huidige basistekst In Nederland zijn er tot nu toe geen fiscale zaken geweest die zoveel aandacht hebben getrokken als de Technoleasedeal tussen Philips en de Rabobank in de jaren 1992 en 1993 en de daaropvolgende vergelijkbare zaak tussen Fokker en de Rabobank in 1994. Twee in financiële nood verkerende bedrijven, Philips en Fokker, verkochten hun in eigen bedrijf opgebouwde knowhow aan de Rabobank, waarna zij deze knowhow van de bank huurden: een sale-lease-back- transactie. De Rabobank activeerde op haar fiscale balans deze knowhow en schreef er op af. Het daaruit voortvloeiende aanzienlijke fiscale voordeel werd deels gebruikt om de liquiditeitspositie en solvabiliteit van Philips en Fokker te versterken. Ofschoon een deel van de overheid, met name het Ministerie van Economische Zaken, positief stond tegenover deze zaken, was de Belastingdienst sceptisch. Hoe kon immers worden gerechtvaardigd dat de Rabobank de knowhow zou kunnen activeren en erop afschrijven, terwijl het duidelijk was dat Philips en Fokker er alles aan zouden doen om zoveel mogelijk economisch belang bij deze knowhow te behouden? Was dit geen schijnhandeling of fraus legis, met als enige bedoeling om gebruik te maken van de uitstekende fiscale positie van de Rabobank om op die manier Philips en Fokker uit de brand te helpen? Zou het bieden van zekerheid vooraf voor deze Technoleasezaken niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel omdat andere belastingplichtigen in dergelijke gevallen waarschijnlijk geen zekerheid vooraf kregen? Ook dreigde het gevaar dat de Europese Commissie zou stellen dat sprake was van verboden staatssteun. Aan de andere kant was het ook duidelijk dat deze verzoeken niet zonder meer konden worden afgewezen. Daarvoor was de economische betekenis van deze twee bedrijven voor Nederland veel te groot. Er werd vanuit het kabinet en de Tweede Kamer dan ook grote druk uitgeoefend op Marius van Amelsvoort, de toenmalige staatssecretaris van Financiën, om toch akkoord te gaan. De afloop is bekend: uiteindelijk heeft Van Amelsvoort beide zaken geaccepteerd. Maar daarna is Technolease, voor zover bekend, nooit meer aan de Belastingdienst voorgelegd. Een door de Europese Commissie gestarte staatssteunprocedure leidde in 1999 tot de uitspraak dat er in de Philipszaak van verboden staatssteun geen sprake was geweest. Fokker is, ondanks de Technoleasegoedkeuring, in 1996 failliet gegaan. Bijna vijfentwintig jaar na dato bestaat nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van deze twee zaken. Daartoe is het in de eerste plaats nodig om zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de feiten zoals deze zich in die tijd hebben voorgedaan. Dat is het onderwerp van deel 1 van dit boek. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten. In deel 2 worden deze twee zaken vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de geschetste feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving en jurisprudentie op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten destijds aan hem zouden zijn voorgelegd? Is er sprake geweest van een onaanvaardbare inmenging van de kabinetten- Lubbers III en -Kok I en het parlement in de bevoegdheden van de Belastingdienst? Is het parlement steeds correct en volledig door de regering geïnformeerd? Wat hebben deze zaken de Nederlandse schatkist uiteindelijk gekost? En hoe moet in het licht van het voorgaande worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale staatssteun geen sprake is geweest? Een hiermee samenhangende vraag is of Technolease ook in de huidige tijd nog mogelijk zou zijn. Noem de belangrijkste reden waarom de klant de publicatie moet hebben. Het boek geeft niet alleen inzicht in de wijze waarop de Technoleasetransacties tussen Philips en Fok 17-249-165, School & studieboeken, Alle school & studieboeken.
3
9789013140156 - Het Technolease drama

Het Technolease drama

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW

ISBN: 9789013140156 bzw. 9013140157, in Holländisch, neu.

Lieferung aus: Niederlande, 1 dag.
Publicatie: Het Technolease Drama (Ondertitel: # Eens maar nooit weer?#) Uit de serie (indien van toepassing): Huidige basistekst In Nederland zijn er tot nu toe geen fiscale zaken geweest die zoveel aandacht hebben getrokken als de Technoleasedeal tussen Philips en de Rabobank in de jaren 1992 en 1993 en de daaropvolgende vergelijkbare zaak tussen Fokker en de Rabobank in 1994. Twee in financiële nood verkerende bedrijven, Philips en Fokker, verkochten hun in eigen bedrijf opgebouwde knowhow aan de Rabobank, waarna zij deze knowhow van de bank huurden: een sale-lease-back- transactie. De Rabobank activeerde op haar fiscale balans deze knowhow en schreef er op af. Het daaruit voortvloeiende aanzienlijke fiscale voordeel werd deels gebruikt om de liquiditeitspositie en solvabiliteit van Philips en Fokker te versterken. Ofschoon een deel van de overheid, met name het Ministerie van Economische Zaken, positief stond tegenover deze zaken, was de Belastingdienst sceptisch. Hoe kon immers worden gerechtvaardigd dat de Rabobank de knowhow zou kunnen activeren en erop afschrijven, terwijl het duidelijk was dat Philips en Fokker er alles aan zouden doen om zoveel mogelijk economisch belang bij deze knowhow te behouden? Was dit geen schijnhandeling of fraus legis, met als enige bedoeling om gebruik te maken van de uitstekende fiscale positie van de Rabobank om op die manier Philips en Fokker uit de brand te helpen? Zou het bieden van zekerheid vooraf voor deze Technoleasezaken niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel omdat andere belastingplichtigen in dergelijke gevallen waarschijnlijk geen zekerheid vooraf kregen? Ook dreigde het gevaar dat de Europese Commissie zou stellen dat sprake was van verboden staatssteun. Aan de andere kant was het ook duidelijk dat deze verzoeken niet zonder meer konden worden afgewezen. Daarvoor was de economische betekenis van deze twee bedrijven voor Nederland veel te groot. Er werd vanuit het kabinet en de Tweede Kamer dan ook grote druk uitgeoefend op Marius van Amelsvoort, de toenmalige staatssecretaris van Financiën, om toch akkoord te gaan. De afloop is bekend: uiteindelijk heeft Van Amelsvoort beide zaken geaccepteerd. Maar daarna is Technolease, voor zover bekend, nooit meer aan de Belastingdienst voorgelegd. Een door de Europese Commissie gestarte staatssteunprocedure leidde in 1999 tot de uitspraak dat er in de Philipszaak van verboden staatssteun geen sprake was geweest. Fokker is, ondanks de Technoleasegoedkeuring, in 1996 failliet gegaan. Bijna vijfentwintig jaar na dato bestaat nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van deze twee zaken. Daartoe is het in de eerste plaats nodig om zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de feiten zoals deze zich in die tijd hebben voorgedaan. Dat is het onderwerp van deel 1 van dit boek. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten. In deel 2 worden deze twee zaken vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de geschetste feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving en jurisprudentie op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten destijds aan hem zouden zijn voorgelegd? Is er sprake geweest van een onaanvaardbare inmenging van de kabinetten- Lubbers III en -Kok I en het parlement in de bevoegdheden van de Belastingdienst? Is het parlement steeds correct en volledig door de regering geïnformeerd? Wat hebben deze zaken de Nederlandse schatkist uiteindelijk gekost? En hoe moet in het licht van het voorgaande worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale staatssteun geen sprake is geweest? Een hiermee samenhangende vraag is of Technolease ook in de huidige tijd nog mogelijk zou zijn. Noem de belangrijkste reden waarom de klant de publicatie moet hebben. Het boek geeft niet alleen inzicht in de wijze waarop de Technoleasetransacties tussen Philips en Fokker aan de ene kant en de Rabobank aan de andere kant ondanks aanvankelijk verzet van de Belastingdienst doorgang hebben gevonden. Daarnaast beschrijft het boek de fiscale behandeling van door een bedrijf zelf opgebouwde kennis en van sale-lease-back contracten. Bij welke actuele ontwikkelingen in de markt/het vakgebied sluit de publicatie aan? Dankzij onder andere de BEPS-ontwikkelingen is er veel aandacht voor belastingontwijkende constructies en voor de daaraan verbonden EU staatssteun aspecten. Tegelijkertijd trekt de fiscale behandeling van technologie (vooral de fiscale stimulering van research & development) binnen de Europese Unie veel aandacht. Waarin onderscheidt de publicatie zich in de markt? En ten opzichte van bestaande uitgaven? Ofschoon er in het verleden veel publicaties over Technolease in de pers zijn verschenen en er ook een boek aan is gewijd (Cees Banning en Tom- Jan Meeus, De onzichtbare hand van de politiek, Uitgeverij Balans: Amsterdam, 1998) ontbreekt het tot dusverre aan een nuchtere analyse en beoordeling van onder andere de fiscaaltechnische aspecten van de twee Technoleasezaken. Door het beschikbaar komen van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten is het thans ook mogelijk een meer compleet beeld te schetsen en te komen tot een evenwichtige analyse en beoordeling. Voor wie is de publicatie met name bedoeld? In welk onderdeel van het werk is de publicatie voor de doelgroep cruciaal? In de eerste plaats fiscalisten (belastingadviseurs, bedrijfsfiscalisten, belastinginspecteurs, fiscale beleidsmedewerkers, wetenschappers, studenten fiscale economie en fiscaal recht). Zij zullen met name zijn geïnteresseerd in de fiscaaltechnische analyse van Technolease. In de tweede plaats lezers die in het algemeen zijn geïnteresseerd in de wisselwerking tussen politiek, recht en economie. Zij zullen vooral belangstelling hebben in de wijze waarop #de politiek# zich heeft bemoeid met de besluitvorming binnen de Belastingdienst. Ook de verhouding tussen de ministeries van Financiën en Economische Zaken en de onderlinge verhoudingen tussen de bewindslieden is in dit verband van belang. [Indien van toepassing] Wat zijn de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige druk/editie/publicatie? Niet van toepassing. Het Technolease drama. Eens maar nooit weer? (9789013140156). Auteur: Onbekend. Uitgever: Wolters Kluwer Nederland B.V.. Taal: Nederlands. Lengte: . Uitvoering: Hardback, Media > Boeken, Boeken.
4
9789013140156 - Het Technolease drama

Het Technolease drama

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW

ISBN: 9789013140156 bzw. 9013140157, in Holländisch, neu.

Publicatie: Het Technolease Drama (Ondertitel: # Eens maar nooit weer?#) Uit de serie (indien van toepassing): Huidige basistekst In Nederland zijn er tot nu toe geen fiscale zaken geweest die zoveel aandacht hebben getrokken als de Technoleasedeal tussen Philips en de Rabobank in de jaren 1992 en 1993 en de daaropvolgende vergelijkbare zaak tussen Fokker en de Rabobank in 1994. Twee in financiële nood verkerende bedrijven, Philips en Fokker, verkochten hun in eigen bedrijf opgebouwde knowhow aan de Rabobank, waarna zij deze knowhow van de bank huurden: een sale-lease-back- transactie. De Rabobank activeerde op haar fiscale balans deze knowhow en schreef er op af. Het daaruit voortvloeiende aanzienlijke fiscale voordeel werd deels gebruikt om de liquiditeitspositie en solvabiliteit van Philips en Fokker te versterken. Ofschoon een deel van de overheid, met name het Ministerie van Economische Zaken, positief stond tegenover deze zaken, was de Belastingdienst sceptisch. Hoe kon immers worden gerechtvaardigd dat de Rabobank de knowhow zou kunnen activeren en erop afschrijven, terwijl het duidelijk was dat Philips en Fokker er alles aan zouden doen om zoveel mogelijk economisch belang bij deze knowhow te behouden? Was dit geen schijnhandeling of fraus legis, met als enige bedoeling om gebruik te maken van de uitstekende fiscale positie van de Rabobank om op die manier Philips en Fokker uit de brand te helpen? Zou het bieden van zekerheid vooraf voor deze Technoleasezaken niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel omdat andere belastingplichtigen in dergelijke gevallen waarschijnlijk geen zekerheid vooraf kregen? Ook dreigde het gevaar dat de Europese Commissie zou stellen dat sprake was van verboden staatssteun. Aan de andere kant was het ook duidelijk dat deze verzoeken niet zonder meer konden worden afgewezen. Daarvoor was de economische betekenis van deze twee bedrijven voor Nederland veel te groot. Er werd vanuit het kabinet en de Tweede Kamer dan ook grote druk uitgeoefend op Marius van Amelsvoort, de toenmalige staatssecretaris van Financiën, om toch akkoord te gaan. De afloop is bekend: uiteindelijk heeft Van Amelsvoort beide zaken geaccepteerd. Maar daarna is Technolease, voor zover bekend, nooit meer aan de Belastingdienst voorgelegd. Een door de Europese Commissie gestarte staatssteunprocedure leidde in 1999 tot de uitspraak dat er in de Philipszaak van verboden staatssteun geen sprake was geweest. Fokker is, ondanks de Technoleasegoedkeuring, in 1996 failliet gegaan. Bijna vijfentwintig jaar na dato bestaat nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van deze twee zaken. Daartoe is het in de eerste plaats nodig om zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de feiten zoals deze zich in die tijd hebben voorgedaan. Dat is het onderwerp van deel 1 van dit boek. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten. In deel 2 worden deze twee zaken vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de geschetste feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving en jurisprudentie op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten destijds aan hem zouden zijn voorgelegd? Is er sprake geweest van een onaanvaardbare inmenging van de kabinetten- Lubbers III en -Kok I en het parlement in de bevoegdheden van de Belastingdienst? Is het parlement steeds correct en volledig door de regering geïnformeerd? Wat hebben deze zaken de Nederlandse schatkist uiteindelijk gekost? En hoe moet in het licht van het voorgaande worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale staatssteun geen sprake is geweest? Een hiermee samenhangende vraag is of Technolease ook in de huidige tijd nog mogelijk zou zijn. Noem de belangrijkste reden waarom de klant de publicatie moet hebben. Het boek geeft niet alleen inzicht in de wijze waarop de Technoleasetransacties tussen Philips en Fokker aan de ene kant en de Rabobank aan de andere kant ondanks aanvankelijk verzet van de Belastingdienst doorgang hebben gevonden. Daarnaast beschrijft het boek de fiscale behandeling van door een bedrijf zelf opgebouwde kennis en van sale-lease-back contracten. Bij welke actuele ontwikkelingen in de markt/het vakgebied sluit de publicatie aan? Dankzij onder andere de BEPS-ontwikkelingen is er veel aandacht voor belastingontwijkende constructies en voor de daaraan verbonden EU staatssteun aspecten. Tegelijkertijd trekt de fiscale behandeling van technologie (vooral de fiscale stimulering van research & development) binnen de Europese Unie veel aandacht. Waarin onderscheidt de publicatie zich in de markt? En ten opzichte van bestaande uitgaven? Ofschoon er in het verleden veel publicaties over Technolease in de pers zijn verschenen en er ook een boek aan is gewijd (Cees Banning en Tom- Jan Meeus, De onzichtbare hand van de politiek, Uitgeverij Balans: Amsterdam, 1998) ontbreekt het tot dusverre aan een nuchtere analyse en beoordeling van onder andere de fiscaaltechnische aspecten van de twee Technoleasezaken. Door het beschikbaar komen van tot dusverre niet eerder gepubliceerde documenten is het thans ook mogelijk een meer compleet beeld te schetsen en te komen tot een evenwichtige analyse en beoordeling. Voor wie is de publicatie met name bedoeld? In welk onderdeel van het werk is de publicatie voor de doelgroep cruciaal? In de eerste plaats fiscalisten (belastingadviseurs, bedrijfsfiscalisten, belastinginspecteurs, fiscale beleidsmedewerkers, wetenschappers, studenten fiscale economie en fiscaal recht). Zij zullen met name zijn geïnteresseerd in de fiscaaltechnische analyse van Technolease. In de tweede plaats lezers die in het algemeen zijn geïnteresseerd in de wisselwerking tussen politiek, recht en economie. Zij zullen vooral belangstelling hebben in de wijze waarop #de politiek# zich heeft bemoeid met de besluitvorming binnen de Belastingdienst. Ook de verhouding tussen de ministeries van Financiën en Economische Zaken en de onderlinge verhoudingen tussen de bewindslieden is in dit verband van belang. [Indien van toepassing] Wat zijn de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige druk/editie/publicatie? Niet van toepassing. Rechten, Rechten.
5
9789013140163 - Wolters Kluwer Nederland B.V.: Het Technolease drama, eens maar nooit weer?
Wolters Kluwer Nederland B.V.

Het Technolease drama, eens maar nooit weer? (2016)

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW EB

ISBN: 9789013140163 bzw. 9013140165, in Holländisch, Wolters Kluwer Nederland B.V. neu, E-Book.

Lieferung aus: Niederlande, Direct beschikbaar.
bol.com.
Toen Philips en Fokker in de jaren #90 in financiële nood verkeerden, verkochten zij hun knowhow aan de Rabobank, waarna zij dit terughuurden: een #sale-lease-back# transactie die bekend is geworden onder de naam Technolease. Dankzij onder andere de BEPS-ontwikkelingen is er nu opnieuw veel aandacht voor belastingontwijkende constructies. Bijna 25 jaar na de Technoleasedeals bestaat mede daardoor nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van de Philips en Fokker cases. Dat is p... Toen Philips en Fokker in de jaren #90 in financiële nood verkeerden, verkochten zij hun knowhow aan de Rabobank, waarna zij dit terughuurden: een #sale-lease-back# transactie die bekend is geworden onder de naam Technolease. Dankzij onder andere de BEPS-ontwikkelingen is er nu opnieuw veel aandacht voor belastingontwijkende constructies. Bijna 25 jaar na de Technoleasedeals bestaat mede daardoor nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van de Philips en Fokker cases. Dat is precies wat Het Technolease drama u biedt. Feiten en fiscaaltechnische aspecten van Technolease Allereerst worden de feiten besproken, waarbij onder andere gebruik is gemaakt van niet eerder gepubliceerde documenten. Vervolgens worden de zaken van zowel Philips als Fokker vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten toen aan hem waren voorgelegd? Hoe moet worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale overheidssteun geen sprake is geweest? Deze en vele andere vragen worden beantwoord - óók de vraag of Technolease in onze huidige tijd nog mogelijk is. Dat maakt deze uitgave interessant voor fiscalisten die zijn geïnteresseerd in de fiscaaltechnische analyse van Technolease, maar ook voor studenten en professionals die zijn geïnteresseerd in de wisselwerking tussen politiek, recht en economie.Taal: Nederlands;Formaat: EPUB met digital watermerk;Kopieerrechten: Het kopiëren van (delen van) de pagina's is niet toegestaan ;Verschijningsdatum: november 2016;Druk: 1;ISBN10: 9013140165;ISBN13: 9789013140163; Nederlandstalig | Ebook | 2016.
6
9789013140163 - Het Technolease drama

Het Technolease drama

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL NW

ISBN: 9789013140163 bzw. 9013140165, in Holländisch, neu.

Toen Philips en Fokker in de jaren #90 in financiële nood verkeerden, verkochten zij hun knowhow aan de Rabobank, waarna zij dit terughuurden: een #sale-lease-back# transactie die bekend is geworden onder de naam Technolease. Dankzij onder andere de BEPS-ontwikkelingen is er nu opnieuw veel aandacht voor belastingontwijkende constructies. Bijna 25 jaar na de Technoleasedeals bestaat mede daardoor nog steeds behoefte aan een nuchtere analyse en beoordeling van de Philips en Fokker cases. Dat is precies wat Het Technolease drama u biedt. Feiten en fiscaaltechnische aspecten van Technolease Allereerst worden de feiten besproken, waarbij onder andere gebruik is gemaakt van niet eerder gepubliceerde documenten. Vervolgens worden de zaken van zowel Philips als Fokker vanuit een fiscaaltechnische invalshoek geanalyseerd. Tot welke fiscale gevolgen hadden de feiten moeten leiden tegen de achtergrond van de fiscale regelgeving op dat moment? Hoe zou de fiscale rechter hebben geoordeeld als deze feiten toen aan hem waren voorgelegd? Hoe moet worden aangekeken tegen de beslissing van de Europese Commissie dat van illegale overheidssteun geen sprake is geweest? Deze en vele andere vragen worden beantwoord - óók de vraag of Technolease in onze huidige tijd nog mogelijk is. Dat maakt deze uitgave interessant voor fiscalisten die zijn geïnteresseerd in de fiscaaltechnische analyse van Technolease, maar ook voor studenten en professionals die zijn geïnteresseerd in de wisselwerking tussen politiek, recht en economie. Rechten, Rechten.
7
9789013140156 - Het Technolease drama. eens maar nooit weer?, Hardcover

Het Technolease drama. eens maar nooit weer?, Hardcover

Lieferung erfolgt aus/von: Niederlande NL HC NW

ISBN: 9789013140156 bzw. 9013140157, in Holländisch, gebundenes Buch, neu.

Lade…